Nieuwe Wet Vaste Huurcontracten heeft grote gevolgen voor verhuurders

Op 1 juli 2024 zal de nieuwe Wet Vaste Huurcontracten ingegaan. Door deze wet kunnen verhuurders van woonruimtes in beginsel alleen nog maar vaste huurovereenkomsten kunnen aanbieden aan hun huurders. Tijdelijke verhuur is alleen onder specifieke voorwaarden nog mogelijk. Voor verhuurders heeft dit grote gevolgen.

Bekijk hier onze rechtsgebieden

Sinds 2015 waren ook tijdelijke huurovereenkomsten toegestaan. Zo’n tijdelijke huurovereenkomst eindigde automatisch na de afgesproken termijn. In de Wet Vaste Huurcontracten wordt deze mogelijkheid teruggedraaid, waardoor huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd weer de norm worden. Dit heeft ten doel om huurders beter te beschermen.

Wederzijds goedvinden

In de nieuwe wet kunnen tijdelijke huurovereenkomsten niet meer eindigen door het verstrijken van de huurperiode. Huurcontracten kunnen voortaan alleen worden beëindigd met wederzijds goedvinden, door ontbinding of door opzegging op basis van één van de in de wet opgesomde specifieke opzeggingsgronden. Er zijn een aantal specifieke situaties waarin tijdelijke verhuur mogelijk blijft. 

Dit geldt voor de volgende situaties:

1. Het opnieuw bewonen door de verhuurder (diplomatenclausule/tussenhuur).

2. Doelgroep contracten, bijvoorbeeld bij dringend eigen gebruik voor jongeren,

studenten, promovendi, ouderen en gehandicapten.

3. Verhuur van korte duur, zoals vakantieverhuur.

4. Verhuur op basis van de Leegstandswet ter voorkoming van onnodige leegstand.

5. Tijdelijke verhuur aan specifieke categorieën personen, zoals:

  • Studenten die tijdelijk in Nederland verblijven voor studie;
  • Huurders die in verband met dringende werkzaamheden of sloop tijdelijk in een wisselwoning dienen te verblijven;
  • Woningzoekenden in verband met specifieke wettelijke (mantel) zorg en maatschappelijke ondersteuning;
  • Kinderen waarvan hun ouder of voogd huurder was;
  • Woningzoekenden met minderjarige kinderen die na een relatiebreuk in de buurt van deze kinderen willen blijven wonen;
  • Personen die voor hun werk tijdelijk op Ameland, Schiermonnikoog,
  • Terschelling, Texel en Vlieland woonruimte behoeven;
  • Vergunninghouders uit opvangcentra voor asielzoekers, in afwachting van definitieve huisvesting.

Bekijk hier onze incasso diensten

Bloed- of aanverwant

Tegelijkertijd zorgt de nieuwe wet voor een verruiming van de opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’. Ook het verstrekken van de woonruimte aan een bloed-of aanverwant in de eerste graad (ouder-kind) valt hier voortaan onder. Daarbij moet wel een clausule in de huurovereenkomst worden opgenomen, waarin staat dat de verhuurder na een bepaalde termijn de huur kan opzeggen. Bij een opzegging op deze grond weegt de rechter zorgvuldig de belangen van zowel huurder als verhuurder af.

Daarnaast is er een extra opzeggingsgrond opgenomen in de nieuwe wet voor situaties waarin twee personen besluiten samen te gaan wonen en de vrijkomende woning tijdelijk willen verhuren: het zogenoemde Proef samenwonen.

Dringend eigen gebruik

De regels en mogelijkheden omtrent het aangaan en beëindigen van huurovereenkomsten voor bepaalde en onbepaalde veranderen niet voor huurovereenkomsten die zijn aangegaan vóór de inwerkingtreding van de nieuwe Wet vaste huurcontracten. Enige uitzondering hierop is de uitbreiding van de opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’. Deze wordt met terugwerkende kracht van toepassing op alle huurovereenkomsten.

Heeft u vragen over de nieuwe Wet Vaste Huurcontracten of wilt u weten of uw huurovereenkomsten voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.

Vragen? Neem contact met ons op