Omdat zijn inwonende dochter zelfstandig wil gaan wonen, start een verhuurder een zaak bij de kantonrechter. Daarin vordert hij ontbinding van de huurovereenkomst met de huidige huurder wegens dringend eigen gebruik. De kantonrechter wijst deze vordering echter af.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
De kantonrechter vindt dat er in deze zaak geen sprake is van dringend eigen gebruik, maar dat het enkel draait om het belang van de dochter van de verhuurder. Daarnaast is er geen passende andere woonruimte beschikbaar voor de huidige huurders.
Passende andere woonruimte
Op grond van de huidige wet- en regelgeving kan de kantonrechter de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst toewijzen als de verhuurder aannemelijk maakt dat hij het gehuurde object dusdanig dringend nodig heeft voor eigen gebruik, dat van hem niet kan worden verlangd dat de huurovereenkomst blijft bestaan. In dat geval moeten de belangen van beide partijen naar billijkheid in aanmerking genomen worden. Verder moet er ook andere woonruimte beschikbaar zijn voor de huidige huurders. Volgens de verhuurder hebben de huidige huurders ook een eigen appartement tot hun beschikking. Zij stellen echter dat dit een bedrijfswoning is, die wordt bewoond door hun zoon. De verhuurder kan niet aannemelijk maken dat de huurders ergens anders passende woonruimte kunnen vinden.
Privacy
Naast de perikelen over de huurovereenkomst is er ook een geschil over de beveiligingscamera’s die de verhuurder bij het pand heeft opgehangen. Hierover oordeelt de kantonrechter dat er camera’s mogen worden opgehangen in het pand, maar dat daarbij wel rekening moet worden gehouden met de privacy van anderen. Op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming mag een verhuurder onder bepaalde voorwaarden, als dat noodzakelijk is, een bewakingscamera ophangen in een gebouw om de eigendommen en bewoners te beschermen. De verhuurder noemt deze reden ook voor het plaatsen van de beveiligingscamera’s in het pand.
Bekijk hier onze incasso diensten
Camera’s verwijderen
De kantonrechter oordeelt dat het plaatsen van de drie beveiligingscamera’s zoals deze nu zijn opgesteld, te ver gaat. Hij geeft aan dat kan worden volstaan met beveiligingscamera’s die op de toegangsdeuren van de appartementen op 1- en 2-hoog en op de garage op de begane grond zijn gericht, waarbij de camera’s zo worden geplaatst dat het voor de huurders mogelijk is om de trap op en af te gaan zonder in beeld te komen. Hij draagt de verhuurder daarom op om de drie camera’s in het trappenhuis binnen veertien dagen te verwijderen en geen nieuwe camera’s op te hangen, tenzij deze enkel de toegangsdeur van het appartement op 2-hoog en/of 1-hoog en/of de garage op de begane grond in beeld brengen.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op